Fineerlijm

Met hoogst absorberend materiaal en lage drukkracht moet een relatief grote hoeveelheid lijm worden opgebracht. Hoe hoger de drukkracht, hoe kleiner de vereiste opbrenghoeveelheden. Bij fineer met grote poriën moet een dunne laag lijm worden opgebracht om te voorkomen dat lijm doorslaat. Lijmdoorslag kan tijdens beitsen resulteren in kleurveranderingen, omdat de poriën in het fineer al met lijm zijn gevuld, waardoor de beits het oppervlak niet penetreert.

In combinatie met het looizuur van het hout kan de invloed op blank metaal resulteren in blauwe verkleuring, vooral bij eiken.

Bij een druktemperatuur boven +50°C kan zich bij naaldhoutfineer bruine verkleuring voordoen.

Verse lijmspatten kunnen met water worden verwijderd. Lijm grondig roeren voordat deze wordt opgebracht en emmer na gebruik altijd goed afsluiten. Beschermen tegen vorst.

De verwerkingstijd en de uithardingstijd zijn in hoge mate afhankelijk van de werkomstandigheden, bijv. temperatuur, vocht, absorptie van de materialen, opbrenghoeveelheden en spanningen in het materiaal.

De lijm kan in die zin worden gedefinieerd als formaldehydevrij dat tijdens productie geen formaldehyde is gebruikt. Tijdens polymerisatie kunnen zich vanwege secundaire reacties echter extreem kleine hoeveelheden voordoen.

Witte Würth lijmen zijn niet geschikt voor gebruik in het statische bereik. Voor dit doel moet gebruik worden gemaakt van speciaal goedgekeurde lijmen. Würth lijmen mogen alleen worden gebruikt voor niet-belaste toepassingen.